Cirkelbrug Almere

Verbinden en verblijven

De fietsbrug over de Waterlandseweg (N305) verwelkomt weggebruikers in Almere, verrijkt het netwerk van fietspaden, verbindt twee landschappelijke structuren en vestigt de aandacht op twee naburige landmarks. De weervast stalen brug is een eigenzinnig sculptuur die zich op vanzelfsprekende wijze in zijn locatie voegt.

Locatie

Als invalsroute naar Almere voert de Waterlandseweg langs een aantal iconische objecten en bijzondere locaties, zoals de Groene Kathedraal, het monument voor de Founding Fathers, Kasteel Almere, het Cirkelbos en het Floriadeterrein. De nieuwe brug over deze weg heeft daarmee de kans om zichzelf als een soort stadspoort te manifesteren. Door te verwijzen naar de attracties die zich in zijn nabijheid bevinden wint de brug – en de locatie – aan betekenis. De brug wordt een aankondiging van de stad en een teken van de aanwezigheid van de andere bijzondere plekken.

Gebruik en beleving

De nieuwe brug is een functioneel object dat niet alleen de bushaltes langs de Waterlandseweg ontsluit en onderdeel wordt van het fietspadennetwerk in dit deel van Almere, maar dat bovendien de kwaliteit van dit netwerk aanzienlijk laat toenemen. Hij overbrugt de barrière die door de Hoge Vaart wordt opgeworpen en creëert daarmee nieuwe en efficiëntere routes voor fietsers en voetgangers.

De brug als landschap

De bouwlocatie bevindt zich op de grens van polder en bos. Aan de zuidzijde sluit de brug aan bij de rechtlijnigheid van het polderlandschap. Aan de noordzijde schrijft de brug zich met ronde vormen in het bosgebied in. In de plattegrond bemiddelt de brug tussen beide gebieden. Het strenge, rechte zuidelijke deel transformeert geleidelijk, via twee vloeiende uitstulpingen, naar een spiraalvorm op de boomrijke noordoever.

De doorsnede heeft een vergelijkbare, subtiel meanderende vorm. Het deel van de brug dat de verkeersweg overspant is enigszins opgetild, terwijl het deel dat het kanaal overspant transparanter oogt en iets naar beneden duikt. De verschillende hoogten corresponderen met respectievelijk de vereiste doorrijhoogte van de rijbaan en de vereiste doorvaarthoogte van het kanaal. Het brugdek zelf vormt overigens één vloeiende, doorgaande lijn. De meandervorm wordt gegenereerd door te variëren met de hoogte van de randligger.

Gepubliceerd op21 maart 2023 om 0:00