Het proces van herontwikkeling en verbouwing van Fort Hoofddorp duurde tien jaar.
Het circa 8.100 m2 grote Nederlandse werelderfgoed is omgevormd tot een stadspark met ruimte voor een restaurant en culturele en educatieve activiteiten. Serge Schoemaker Architects pakte het landschap, de architectuur en het interieur integraal aan en versmelt heden en verleden tot een nieuw geheel. Het transformatieproject werd bekroond met zowel de NRP Gouden Feniks als de Pieter van Vollenhovenprijs.
Fort Hoofddorp (1904) is een van de weinige forten langs de historische Stelling van Amsterdam met twee verdiepingen. Zoals de meeste forten is deze verdedigingsstructuur ingebed in het landschap en bedekt met een laag aarde. Het fort bestaat uit een rijk labyrint van ruimtes: geschutsopstellingen, kamers, gangen en nissen. Muren en gewelven van metersdik ongewapend beton moesten het fort beschermen tegen vijandelijk vuur.
Het complex omvat twee vrijstaande gebouwen met geschutskoepels met daarop koepels die omhoog kunnen. Deze structuren zijn door ondergrondse gangen verbonden met het hoofdgebouw en werden tijdens de renovatie volledig uitgegraven. Ook het gangenstelsel is in de oorspronkelijke staat hersteld. Hierdoor kunnen bezoekers via de lange achtergang op de begane grond zowel de vrijstaande geschutskoepelgebouwen als het terrein bovenop het fort bereiken.
Er zijn twee nieuwe trappen toegevoegd om de toegang tot het fort te verbeteren. Door de verdiepingen open te breken, ontstonden twee verticale ruimtes met dubbele hoogte die licht en lucht diep in de horizontale gangen trekken die het fortinterieur domineren.
Het fort is deels gerestaureerd en deels onaangeroerd gelaten. Serge Schoemaker ontwierp strakke nieuwe aanwinsten en integreerde deze zorgvuldig, met behoud van de historische details en de karakteristieke sfeer. Zijn aanpak zorgt voor een levendige dialoog tussen verleden en heden, waarbij beide entiteiten elkaar versterken.
Zo worden warme houten wanden en minimalistische stalen elementen gecombineerd met ruwe onbehandelde wanden van ongewapend beton en worden moderne verlichtingsarmaturen geaccentueerd door sfeervol verlichte kaarsennissen. Het materiaal- en kleurconcept verbindt de historische en hedendaagse elementen en laat ze op een waardige manier naast elkaar bestaan.
Technische installaties zijn zo zorgvuldig geïntegreerd dat ze bijna onzichtbaar zijn. Het gehele pand is voorzien van een dun vloerverwarmingssysteem en het luchtbehandelingssysteem met warmteterugwinning maakt gebruik van historisch ingebouwde luchtkanalen. In de gietvloer en de dakconstructie zijn nieuwe leidingen geïntegreerd om het pure, brutalistische karakter van het interieur te behouden.