Al onze huizen en hutten hebben een sterke vorm met een diep gevoel van plaats, ontworpen voor de context waarin ze wonen.
Ruimtelijke organisatie op basis van twee assen van functie (slapen, wonen, eten, werken) en rangorde (hoofd- en hulpassen) is een duidelijk centraal motief. Een dialoog van contrasten definieert de grenzen en "tussenruimtes" om de volumes subtiel op te splitsen. Expressieve interieurs en exterieurs zijn voorzien van vaste en verplaatsbare schermen en ingebouwde meubels die zachtjes spelen met dynamisch licht en schaduw, en privacy in balans brengen met openheid. Terwijl complementaire materialen en texturen (zacht/hard, zwaar/licht, warm/koel) de plaats overbrengen en de verbinding met het buitenleven verder versterken.