Architect aan het woord; Yvonne Segers
YVONNE GROEIDE SAMEN MET HAAR BROER EN ZUS OP IN HET NOORDEN VAN LIMBURG. HAAR OUDERS, BEIDE ARTS, WAREN -EN ZIJN NOG STEEDS- BREED GEÏNTERESSEERD IN ANDERE CULTUREN. HET GEZIN REISDE DERHALVE VEEL EN TOONDE INTERESSE IN VERSCHILLENDE VORMEN VAN CULTUUR EN KUNST.
Inmiddels is het kerngezin getransformeerd tot een internationale familie. ‘Ik woon in Nederland, de anderen hebben hun horizon letterlijk verbreed. Als we als gezin bij elkaar zijn, worden er dan ook verschillende talen gesproken.’
NIET BOUWEN OM HET BOUWEN
‘Het is niet zo dat ik van jongs af aan al wist dat ik de architectuur in wilde. Dat kwam eigenlijk pas tijdens de oriëntatiefase op de middelbare school. Ik ben nog steeds heel blij met mijn keuze voor Bouwkunde. Het is een prachtig vak. Niet bouwen om het bouwen, maar samenwerken om een stap vooruit te komen. In mijn ogen zijn er trouwens opvallende overeenkomsten tussen artsen en architecten. Dat zit in een bepaalde empathie en de behoefte om voor mensen te zorgen. De ene groep doet dat met de handen, de ander met stenen.’
LONDON CALLING
‘Ik studeerde in 1998 af en vertrok direct daarna naar Londen om bij mijn vriend te gaan wonen. Ik kon aan de slag bij Skidmore, Owings & Merrill, een Londens architectenbureau. Normaal gesproken beland je als beginner op de tekenafdeling van zo’n groot bureau, maar ik had de mazzel dat ze vanwege een opdracht in Nederland op zoek waren naar een Nederlandse architect. Ik mocht dus meteen mee in het ontwerpteam. Ruim een jaar later keerde ik terug naar Nederland en trad ik in dienst bij Hubert-Jan Henket architecten. Een prachtig bureau waar ik tot de dag van vandaag met veel trots voor werk.’
ELKE KEER IETS NIEUWS
‘In de ruim twintig jaar dat ik als architect werk, heeft een breed scala aan projecten de revue gepasseerd. De diversiteit van mijn vak is magisch. Denk aan het bouwen en de herontwikkeling van musea. Het is heel mooi om een omgeving te ontwerpen die mensen meeneemt in een verhaal, waar men zich verwondert en laat inspireren. Maar ook het ontwerpen van verzorgingshuizen is eervol. Hier draait het om het thuisgevoel. Voor de mensen die er wonen, maar ook voor de mensen eromheen. Er zijn zoveel projecten die me dierbaar zijn. De gemene deler is dat ik in ieder project iets nieuws wil ontdekken. Dat kan in duurzaamheid zitten, maar ook op product niveau. Op dit moment werken we aan een museum in Venlo. We hergebruiken vermalen baksteen en combineren dat met gebruikt glas. Het gaat hier om bewustwording en om het inspireren van mensen. En soms zit het in andere thema’s. Bijvoorbeeld in de herontwikkeling van oude gebouwen. Zo’n gebouw heeft al een verhaal, er is een reden dat het er zo uitziet en dat het op die plek is gerealiseerd. Wanneer je daar iets nieuws aan wilt toevoegen, moet je op zoek naar de balans tussen oud en nieuw. Zet je er een contrasterende nieuwbouw naast of creëer je een subtieler nieuwe laag in de geschiedenis?’
ZO LANG MOGELIJK ONDERDEEL UITMAKEN VAN DE SAMENLEVING
‘Recent werkten we aan een verzorgingshuis in Kaatsheuvel. In de jaren ’60 is er een enorme kolos neergezet voor bewoners in hun laatste levensfase. Er is in die tijd echter niet stilgestaan bij het feit dat deze mensen allemaal uit een dorp komen, zij horen niet thuis op een gang op vier hoog. Dat is overigens geen verwijt naar de makers van toen, de visie op zorg is inmiddels echter significant anders. Bij de herontwikkeling van dit project zijn we daarom op zoek gegaan naar kleinschaligheid voor een toch relatief grote groep van 150 bewoners waarbij het zo lang mogelijk onderdeel uitmaken van de samenleving centraal stond. De locatie helpt daarbij enorm: deze is zes hectare groot, waarvan tweederde uit park bestaat. Voorheen werd het park door omwonenden nauwelijks gebruikt, je moest daarvoor eerst langs dat enorme blok, maar inmiddels is het een veel bezochte locatie. En deze sociale structuur is voor de bewoners, waarvan de mobiliteit sterk is afgenomen, een enorm pluspunt. Hoe langer je moet lopen naar een bepaalde plek, des te groter de kans op desoriëntatie bleek uit het onderzoek dat we samen met de opdrachtgever hebben uitgevoerd. Daarom hebben we op elke vijfentwintig meter in het gebouw beleefplekken gemaakt. Met deze oplossingen, ondersteund door domotica, doen we ons best mensen uit een isolement te houden.’
MAG IK JE WAT VRAGEN?
‘Het leukste van architectuur is dat je een plek zowel een nieuw kader als een nieuwe functie mag geven en dat dat elke keer anders is. De wereld van een bibliotheek is anders dan de wereld van een woonhuis of dat van een museum. Om iets goed te kunnen bouwen, is een duik in deze werelden onmisbaar. Daarom beginnen wij elk project met het stellen van vragen. Zitten jullie vaak samen? Met hoeveel man is dat? Wat heb je nodig om hier optimaal tot je recht te komen?’
PARTNER
‘In 2008 ben ik samen met mijn man een architectenbureau gestart. Wij kunnen goed samenwerken en beleefden daar veel plezier aan. Toch kwam langzaam het besef dat we met drie kleine kinderen in een slechte economie beter niet allebei afhankelijk konden zijn van één bedrijf. Daarbij: ik ben een teamplayer. En ons werkgebied besloeg met name woningbouw terwijl ik juist zoveel houd van de eerdergenoemde segmenten. Toen BiermanHenket mij terugvroeg, was de beslissing snel genomen. Inmiddels ben ik alweer tien jaar partner van ons mooie bureau.’ ‘Het is voor mij apart om zo over mezelf te praten. Ik vind mezelf namelijk helemaal niet zo belangrijk. We doen het met z’n allen, ieder met eigen expertises en kwaliteiten. En precies dát vind ik zo leuk. Dat je naar het beste zoekt en elkaar scherp houdt.’
1701BZ Heerhugowaard