Consument centraal met de Wkb
'De mate van toezicht is in de huidige situatie niet gestructureerd. En de beleving van de consument - de gemeente heeft dit plan goed bevonden, dus dan zal het wel goed zijn - is niet correct. De gemeente kijkt immers of het bouwplan voldoet aan de publieke eisen, toetst aan de wet, kwaliteit staat niet centraal,' begint Ton Jans, directeur Stichting KOMO, zijn relaas over kwaliteitsborging in de bouw. 'Met de Wkb wordt de positie van de bouwconsument aanzienlijk versterkt, want het is niet het bouwplan dat wordt beoordeeld, maar we kijken of het gerealiseerde gebouw voldoet. Een heel logische wijziging wat mij betreft.'
‘Verder is deze beoordeling geen publieke taak meer, maar verschuift de verantwoordelijkheid naar de private sector. Daarbovenop wordt de bewijslast omgedraaid. De bouwer wordt verantwoordelijk en aansprakelijk voor alles wat hij maakt. Een goede ontwikkeling, want de bouwer heeft de expertise en heeft de feitelijke realisatie uitgevoerd.. De bouwer moet de kwaliteit die hij levert aantoonbaar maken in een zogeheten As Built-dossier. De Wkb legt namelijk de bewijslast voor het aantonen dat wordt voldaan aan publieke en private eisen neer bij de bouwer Het is uiteindelijk de kwaliteitsborger die op basis van een risico gestuurd borgingsplan uitspreekt of er een gerechtvaardigd vertrouwen bestaat dat het bouwwerk daadwerkelijk aan de wet voldoet.’
‘ER IS EIGENLIJK MAAR ÉÉN ACTOR IN DE BOUW DIE WEET OF EEN GEBOUW DAADWERKELIJK VOLDOET AAN WET- EN KWALITEITSEISEN, DAT IS DE BOUWER ZELF. TON JANS, DIRECTEUR STICHTING KOMO
KIK
‘In het kader van de Wkb zal KOMO optreden als instrumentaanbieder. Met KiK - KOMO Instrument Kwaliteitsboring - hebben kwaliteitsborgers een goed generiek instrument voor private kwaliteitsborging in de bouw in handen. KiK is geschikt voor alle typen bouwwerken en voor alle gevolgklassen. Daarnaast draagt KiK bij aan efficiënter bouwen en het stroomlijnen van bouwprocessen. Hoeveel instrumenten er op de markt komen? De overheid rekent op zo’n tien regelingen. Op dit moment zie ik voor de helft van dat aantal initiatieven ontstaan, met name uit de hoek van de waarborginstellingen. KOMO heeft zich op aandringen van de markt, het Platform Voorbereiding Stelselherziening (PVS), gericht op de ontwikkeling van een generiek instrument geschikt voor alle typen gebouwen en gevolgklassen. KOMO levert op dit moment reeds jaarlijks 50.000 mandagen privaat toezicht op bouwproducten en bouwprocessen.Het oppakken van die handschoen was voor ons dus vanzelfsprekend. KiK is een integratie van bestaande kwaliteitsregelingen en wordt ondersteund door 30 branches in en rond de bouw verenigd in PVS.’
DEZELFDE TAAL
‘Er is eigenlijk maar één actor in de bouw die weet of een gebouw daadwerkelijk voldoet aan wet- en kwaliteitseisen, dat is de bouwer zelf. Híj weet wat hij maakt. De borger spreekt vervolgens een gerechtvaardigd vertrouwen uit. De bouwer dient de verantwoordelijkheid te nemen, hij heeft de bewijslast. Om er voor te zorgen dat alle bij de ontwikkeling en realisatie van projecten betrokken partijen effectief en efficiënt werken en communiceren inzake kwaliteitsborging is het essentieel dat deze partijen dezelfde taal spreken. Daarom stellen wij KiK behalve aan de kwaliteitsborgers ook ter beschikking aan voorschrijvende partijen en bouwers. Zo realiseren we dat de drie partijen dezelfde taal spreken.’
‘DE WKB GAAT VEEL BETEKENEN VOOR ALLE ACTOREN IN DE BOUW. DE STICHTING STABU EN STICHTING KOMO HEBBEN MET HET OOG HIEROP HUN KRACHTEN GEBUNDELD. BEIDE INSTANTIES WILLEN, DOOR NAUW SAMEN TE WERKEN, MEERWAARDE BIEDEN VOOR DE BOUW- EN INSTALLATIESECTOR.’
‘Wat als de wet er niet komt? KiK is een volwaardig instrument dat ook zonder wettelijke verplichting haar toegevoegde waarde heeft en gebruikt kan en zal worden. De voorloper van KiK, de BRL 5019 wordt immers nu reeds door een tiental bedrijven succesvol in de markt gezet. We moeten echter wel realistisch zijn, een wettelijke verplichting zal deze ontwikkeling in de markt aanzienlijk versnellen.’ ■
