Deel deze spotlight

'Door kennis te verbinden helpen we de sector vooruit'

Tekst
BeeldSTABU

De bouwketen zit bomvol kennisinstituten. Stuk voor stuk doorspekt met kennis. Kennis waarmee de sector grote stappen vooruit kan. Maar waar is welke informatie te halen? Marc Verhage, Algemeen direteur van STABU, over samenwerkingsvormen waarmee we de markt vooruit helpen.

EERST EVEN DIT: IEDEREEN IN DE SECTOR HEEFT HET OVER DE NIEUWE WET KWALITEITSBORGING. WAT IS JOUW VISIE?

‘Het is niet aan ons om een mening te hebben over dit soort zaken. STABU levert een specificatiesystematiek die voldoet aan wet- en regelgeving. We volgen de wet op de letter. Wat dat betreft staan we boven de partijen. We denken natuurlijk wel mee hoe we de markt kunnen faciliteren. Zo zijn bijvoorbeeld de productconcepten binnen de systematiek opgebouwd volgens de Europese wetgeving, zoals de CPR, maar middels onze software kunnen partijen ook zelf of door derden samengestelde referentieprojecten als bron gebruiken voor het opstellen van een projectdossier. Hiermee is het mogelijk voor andere instituten, zoals KOMO, om diensten aan te bieden aan bestekschrijvers/specificateurs. Zo proberen we via STABU Bouwbreed partijen tegemoet te komen om op de gewenste wijze een gebouwdossier te creëren. Daarom roepen we ook zo hard om het aangaan van samenwerkingen. Wanneer instituten kennis delen en gebruik maken van de kennis en capaciteit van collega’s kunnen we de markt beter faciliteren.’

‘Ik pretendeer niet dat STABU de oplossing heeft, maar wél dat wij de basis leveren waarmee je in één taal met elkaar communiceert.’
Marc Verhage

DAT WAS OOK DE STREKKING VAN HET STUK DAT JE LAATST HEBT GESCHREVEN VOOR HET BOUWKENNISBLOG

‘Klopt. De markt is vergeven van instituten, brancheorganisaties en noem maar op. En we hebben allemaal één taak en dat is het faciliteren van de bouwsector. Zodat men goed en efficiënt kan bouwen. In de praktijk blijkt echter dat het concurreren soms meer aandacht vergt dan het daadwerkelijke doel van de instituten zelf. Een andere ontwikkeling is dat er nieuwe initiatieven ontstaan om instituten bij elkaar te brengen. Denk aan BIR, Bouwcampus en het BIM Loket. Deze initiatieven zijn bedoeld om de brei van instituten bij de markt te brengen, maar lopen het risico vervolgens zelf ook weer instituten te worden die de concurrentiestrijd met de anderen aangaan. Dat moeten we voor blijven. De ideeën an sich zijn allemaal goed. Er wordt alleen onvoldoende gebruik gemaakt van de kennis die onze sector al bezit. We blijven wielen opnieuw uitvinden en halen consultants van buitenaf terwijl we als markt al eigenaar zijn van de benodigde kennis.’

DE BOUW IS BELANGRIJK VOOR DE NEDERLANDSE ECONOMIE

‘Absoluut. Daarom heeft het kabinet de Bouwagenda in het leven geroepen. Deze Bouwagenda wordt opgesteld door de Taskforce Bouw onder leiding van Bernard Wientjes en beheert thema’s als kwaliteitsborging, innovatie en verduurzaming. Middels de Bouwagenda werken bedrijfsleven, kennisinstellingen en overheid samen aan een toekomstbestendige sector. Ik ben blij met deze impuls. Aan ons als instituten de taak om uit de koningszetel te komen en onze kleine koninkrijkjes te verbinden. Door kennis te koppelen en te delen komt er capaciteit vrij om nieuwe dingen te doen die de bouwsector vooruit helpen. We moeten ervoor zorgen dat voor iedereen duidelijk is waar welke de kennis te halen is. Verbinden kan daardoor meer dan de som der delen worden.’

WAT IS JOUW OPLOSSING? MET ANDERE WOORDEN: HOE KUNNEN WE DOOR DE BOMEN HET BOS WEER ZIEN?

‘We moeten goed bedenken waartoe wij op aarde zijn en of het allemaal niet wat efficiënter kan. Nu hebben verschillende instituten op een aantal punten een overlap in kennis en dienstverlening, terwijl ze op ander punten specifieke expertise bezitten. Waarom doen we het niet samen? Kijk, het is heel logisch dat je je eigen organisatie in stand wilt houden. Die eenheid die ik voor ogen heb, moeten we met respect ieders en bestaande structuren proberen te vormen. Dat moeten we als instituten van binnenuit doen en dan kan nog steeds iedereen zijn eigen taak en organisatie hebben. Alleen naar buiten toe moeten we onszelf als geheel presenteren, als één loket. Initiatieven als het BIM Loket zijn broodnodig, we moeten er alleen voor waken dan het niet resulteert in weer een nieuw instituut. Laten we de handen ineen slaan. Het maakt ons sterker, het creëert meer draagvlak en het levert de markt meer op.’

HOE REALISTISCH IS DEZE VISIE?

‘Heel realistisch. Het is broodnodig. Het moet duidelijk zijn waar welke kennis te halen is, zodat onze sector vooruit kan. Inmiddels ziet iedereen het nut en de noodzaak van samenwerken wel in. Men snapt dat die koninkrijkjes transparanter moeten worden. Ik snap dat het een lastig traject is, maar het moét. Daarom hebben we samen met SBRCURnet en ISSO de stap genomen om gezamenlijk op te trekken en gebruik te maken van elkaars expertise om te beginnen op het thema kwaliteitsborging. Die samenwerking hebben we onlangs aangeboden aan Bernard Wientjes.’

HOE BELANGRIJK IS DE ROL VAN STABU?

‘Ir. Henk van Zeeland heeft ooit gezegd: Er is een aantal primaire instituten in de bouw. Wanneer deze er gisteren niet zouden zijn, zouden we ze morgen oprichten. STABU is een van deze instituten. Er zal altijd behoefte zijn aan standaardisatie zodat we dezelfde taal spreken. STABU heeft ruim veertig jaar ervaring in het bij elkaar brengen van wet- en regelgeving en techniek. Die kennis en ervaring kun je niet zomaar vervangen.'

‘Mijn boodschap aan de Taskforce bouwen is: voorkom de oprichting van nieuwe instituten. Kijk naar wat de gezamenlijke kennisinstituten te bieden hebben en dwing ons desnoods tot samenwerking.

Zoals het Rijksvastgoedbedrijf heeft gedaan met het onderzoek naar de informatie die nodig is vanuit vastgoedbeheer. De gedwongen samenwerking tussen adviseurs, kennisinstituten en mensen van diverse opdrachtgevers in een zogenoemd dreamteam resulteerde in een succesvolle pilot. Er ontstond een geweldige drive om de opdracht gezamenlijk te vervullen. Zoiets kan ook vanuit de Bouwagenda. Zet maar een opdracht uit en kijk eerst of de kennisinstituten daar samen uit kunnen komen. Ik weet zeker dat we dit als kennisinstituten prima kunnen oplossen. Sommige van ons hebben alleen een extra zetje nodig. Ik ben realistisch genoeg om te snappen dat het niet zomaar gaat en ben daarom zeer content met de Bouwagenda. En ja, ik begrijp het fuseren van instituten een optie kan zijn. Als dat de samenwerking optimaliseert sta ik daar positief tegenover.’

EN DE ROL VAN HET BESTEK?

‘STABU is in een aantal zaken heel goed. We koppelen wet- en regelgeving aan technische informatie zodat je kunt specificeren en contractdocumenten kunt opstellen. Vroeger heette dat bestek. Nu, in de tijd van Bouw Informatie Management, spreken we liever van een project- of gebouwdossier. Informatie is geen dood ding.

‘Het gaat erom dat je informatie door de hele keten en het hele proces – van Programma van Eisen via bouw en oplevering tot aan exploitatie en sloop – kunt toevoegen en ontsluiten. Waarom zou je dat niet in één taal doen en via één platform? Juist daarom willen we graag samenwerken, zodat we gezamenlijk tot een standaard komen voor het gebouwdossier. Wanneer we de handen ineen zouden slaan met bijvoorbeeld een beheer- en onderhoudspartij, een softwarehuis voor handige tools, kennisinstituten die de markt, of delen daarvan, goed kennen, dan komen we tot een specifiek instrument waar de hele keten wat mee kan. Ik pretendeer niet dat STABU dé oplossing heeft, maar wél dat wij de basis leveren waarmee je in één taal met elkaar communiceert.’

TEKST MARIEKE POOL ■ FOTOGRAFIE KEESNAN DOGGER

Gepubliceerd op2 april 2017 om 11:29