Drie STABU-specialisten over de toekomst

BAREND VAN LAAR (MANAGER MARKETING & SALES)

‘Met de komende update van STABU-2 en het verder volmaken van Bouwbreed is STABU klaar voor de toekomst en kunnen we een ieder die wat doet met data op een correcte manier bedienen. Het maakt dat we onze rol in de wereld van bouwdata verder kunnen verstevigen. STABU onderhoudt een database met bouwdata die voldoet aan wet- en regelgeving. Dit wordt een steeds belangrijker component. Ook inzake BIM. Het maakt niet uit vanuit welke discipline je naar data kijkt. Wij zorgen ervoor dat je de data krijgt op de manier die jij wenst, ongeacht de bril dus die je draagt.’

‘De WKB is in 2017 gestrand, maar deze wet gaat er in een andere vorm, zeer waarschijnlijk wel komen. Wellicht in een lightversie, maar hij komt. Dan is het prettig om voorgesorteerd te zijn. Je moet kunnen aantonen welke materialen er in een pand verwerkt zijn, waar ze zich bevinden. Het materialenpaspoort is geen modeterm, het is de toekomst.’

‘Ik droom van een bouwwereld waarin iedereen voorbij de horizon kijkt. Waarin we op transparante wijze gaan samenwerken. Het geheim van succes zit in langetermijnrelaties. Nu werken we vaak nog op basis van hit and run dat moet in de toekomst echt anders.’

RADBOUD BAAYEN (SENIOR TECHNISCH CONSULTANT)

‘Momenteel wordt er in de sector veel aan standaardisatie gedaan. Een logische ontwikkeling gezien onze ambitie met onder meer BIM. We zoeken naar standaard manieren voor het uitwisselen van informatie, het modelleren enzovoort. Wat ik zie gebeuren is dat er een enorme hype uitbreekt rondom de techniek die daarvoor gebruikt wordt. We hebben recent de mond vol van bijvoorbeeld Linked Data. Een mooi principe absoluut, maar het wordt nu neergezet als een soort heilig evangelie.’

‘Volgens mij gaan we voorbij aan twee dingen. Inhoud heeft betekenis in zijn context en waarde door validatie. Je hebt in bepaalde gevallen niets aan 97% zekerheid, in een contract bijvoorbeeld moet de inhoud 100% kloppen. Daarnaast zijn werkmethodes per doelgroep verschillend. Dat betekent dat je op verschillende manieren naar data moet kunnen kijken. Deze classificaties worden vanuit techniek nog wel eens verguist, terwijl dit het houvast is om naar de wereld te kijken. Wij hebben werksoorten, dat is ..n kijk op de wereld. Een andere invalshoek is de elementenmethode, waarbij functionele gebouwdelen het uitgangspunt zijn. En beide zijn goed. Je moet dezelfde data dus op verschillende manieren kunnen bekijken. Techniek kan hier een rol in spelen, maar het verandert dus niet de kijk op de wereld.’

KELLY ALWICHER (BEDRIJFSJURIST/ KENNISCOÖRDINATOR)

‘We werken met werkgroep STABU-2 keihard aan het actualiseren van de database. In deze gemêleerde groep wordt het verschil in informatiebehoefte vanuit de verschillende invalshoeken heel duidelijk. Sommige bestekschrijvers zitten niet te wachten op informatie over normen en certificeringen, ze willen eigenlijk enkel een productbeschrijving waarvan ze zeker weten dat de achterliggende papierwinkel klopt. Er is echter ook een groep architecten en bestekschrijvers die niet alleen het product voorschrijven, maar juist willen waarborgen dat de gewenste prestatie geleverd gaat worden. Die verandering, het vastleggen van prestaties waar dus normen en certificeringen bij horen, vind ik heel positief.’

‘Als ik terugkijk naar 2015, het jaar waarin ik bij STABU in dienst trad, staan de zaken er nu anders voor. Wanneer we het toen over andere contractvormen hadden ging iedereen met zijn hakken in het zand. Wat dat betreft is er nogal wat veranderd in bestekschrijversland. Grotere aannemers werken al langer met verschillende contracten. Daar zijn die bedrijven op ingericht. Zij hebben de disciplines in huis die de vertaalslag tussen het technische en juridische kunnen maken. Dat is een stuk lastiger voor bouwbedrijven die niet tot de top vijf behoren, daar zijn de werkprocessen vanzelfsprekend anders ingericht. Toch gaan we richting een bouwkolom waarin je afspraken op verschillende manieren kunt vastleggen. Dat is absoluut het toekomstbeeld.’