Frankenhuis Almelo
Restmaterialen leveren bedrijfsgebouw op met ‘museumwaardige’ gevel
Een eyecatcher is het, het bedrijfsgebouw van Frankenhuis op het XL Business Park in Almelo. ‘Als klanten voor het eerst langskomen zeggen we altijd: rij eerst maar langs die panden die allemaal hetzelfde zijn, dat ándere pand is van ons', lacht Bertram Wevers, general manager van de textielrecycling-gigant. Het gebouw is gedoopt tot 'T-Port Circular 21'. Het woord circulair slaat niet alleen op de activiteiten van Frankenhuis, ook het exterieur is deels 'circulair'. Profielen van restmateriaal in verschillende kleuren geven het gebouw z'n unieke uitstraling. Met dank aan een projectontwikkelaar die verder denkt, een architect die niet houdt van grijze blokkendozen en SAB-profiel dat restmateriaal liever duurzaam verwerkt.
Frankenhuis is het grootste textielrecyclingbedrijven van Nederland. In het bedrijf wordt oud textiel vervezelt, om het materiaal een tweede leven te geven. Sinds de verhuizing in mei 2023 is de productiecapaciteit verdubbeld: van 10.000 ton per jaar naar 20.000. 'We zochten eerst een pand in de omgeving van onze vestigingsplaats Haaksbergen. Maar doordat er geen geschikte panden te vinden waren, zijn we ander opties gaan overwegen.' Zoals het huren van een nieuwbouwpand, in samenwerking met Heylen Warehouses dat logistiek en semi-industrieel vastgoed ontwikkelt in Nederland, België, Frankrijk en Spanje. Uiteindelijk ontstaat er een second-life gebouw voor 12.000 vierkante meter aan productieruimte en 720 meter kantoorruimte.
‘Functioneel duurzaam’
'Second-life gebouwen' is het handelsmerk van Heylen Warehouses. Het is een creatieve vertaling die het bedrijf aan duurzaamheid geeft, zegt business development manager Jordy Grundel. 'Je hebt niet alleen energetisch duurzaam, je hebt ook functioneel duurzaam. Frankenhuis bijvoorbeeld had aan 6 meter vrije hoogte genoeg. De vrije hoogte is hier echter 12,20 meter. Een hoogte die geschikt is voor zowel productie als logistieke activiteiten. Die hoogte heeft Frankenhuis niet nodig, maar als het bedrijf er over 25 jaar uit zou gaan kunnen wij het gebouw makkelijker verhuren.’
Kleurrijke gevel
Vooral omdat Heylen Warehouses eigenaar blijft, zien de projecten er niet uit zoals de beruchte 'blokkendozen' op veel bedrijventerreinen. Al is de ontwikkeling van T-Port Circular 21 er wel één uit de buitencategorie. De kleurrijke gevel zou op een museumgebouw niet misstaan. Niet toevallig werkt Heylen Warehouses samen met een architectenbureau, wilma wastiau architecten in België.
De gevel een verhaal laten vertellen
Opvallend, want weinig bureaus lopen warm voor het ontwerpen van een bedrijfsgebouw. 'Nee, het is geen architectuur als grote kunst’, zegt architect Marie Wastiau. ‘Maar het is wél architectuur die we heel hard nodig hebben in Nederland en België. Wij vinden niet dat industriële architectuur een lelijk eendje moet zijn.' Het is ook Marie Wastiau die met het concept voor de gevel komt. ‘Bij het ontwerpen van een gebouw zoek je een aangrijpingspunt. Op bezoek bij Frankenhuis zagen we balen gerecyclede textiel in verschillende kleuren. Zo kwam het idee om die gekleurde balen te gebruiken in de gevel, zodat de gevel een verhaal vertelt.'
Restmateriaal gebruiken
Samenwerken met leverancier SAB-profiel doet wilma wastiau al langer. ('Als wij iets out of the box willen ontwerpen, willen zij graag meedenken.') In de geest van de toekomstige gebruiker ontstaat het plan om restmateriaal voor de buitengevel te gebruiken. Manager Product Services SAB-profiel, René Timmerman: 'Het komt regelmatig voor dat wij voor een project staal met een speciale kleur of coating inkopen. Dat gaat niet met 100 vierkante meter tegelijk, maar met 2.000 à 3.000 vierkante meter. Je houdt altijd over. We proberen restmateriaal zo lang mogelijk vast te houden om het nog te verkopen, en anders gaat het als tweede keus de markt op.' Zo levert SAB-profiel voor dit project 5.000 vierkante meter van het trapeziumprofiel SAB 35/1035; elf verschillende kleuren (met name metallics en elements) in Colorcoat Prisma, die anders misschien geen bestemming gevonden hadden.
Iedereen blij met het (eind)resultaat
Bertram Wevers: ‘Het gebouw is nu al een herkenningspunt geworden.’ Marie Wastiau: ‘Er is heel veel mogelijk, als je er maar voor openstaat.’ Jordy Grundel: ‘Mooi dat we een connectie hebben kunnen maken met de activiteit in het gebouw.’ En René Timmerman: ‘Ook wij vinden duurzaamheid heel belangrijk, goed restmateriaal omsmelten in plaats van inzetten is wel het laatste wat je wilt.’