Kennis delen is investeren in de toekomst
Voormalig Bouwcampus-directeur Majorie Jans over de toegevoegde waarde van haar organisatie voor de sector en over (mogelijke) samenwerkingen met/tussen de verschillende branchepartijen.
‘De Bouwcampus in Delft is dé ontmoetingsplaats waar opdrachtgevers, opdrachtnemers en kennisinstituten samen innovatieve oplossingen creëren voor vraagstukken op het gebied van leven, wonen en werken. Ons doel is het versnellen van innovatie en vernieuwing in de bouw en andere vormen van samenwerking te stimuleren.’
VERBREED JE HORIZON
‘Een van de huidige Bouwcampus-trajecten is Grip op de Maas. In de jaren ‘20 en ’30 van de vorige eeuw gebouwde natte kunstwerken als sluizen en gemalen zijn inmiddels aan vervanging toe. Wij hebben een grote groep professionals vanuit de branche, variërend van opdrachtgevers tot toeleveranciers en kennisinstituten, gevraagd om mee te denken en te co-creëren. Door de gehele breedte van de keten aan één tafel te zetten kom je tot nieuwe inzichten. Eén daarvan was wanneer je vraagt om vervanging van de sluizen, dan krijg je vervanging van de sluizen. Maar als je kijkt naar het systeem de Maas, verbreed je de horizon en geef je andere perspectieven de ruimte. Inmiddels zijn de eerste resultaten en hiermee ook onze meerwaarde zichtbaar. Je ziet daar direct een zwaan-kleef-aan effect ontstaan. Naast Grip op de Maas zijn we bezig met andere grote vraagstukken voor de infrastructuur, utiliteitsbouw en woningbouw.’
ZIJWIELTJES
‘We staan voor grote maatschappelijke vraagstukken. We werken in een sector die projectgedreven is. Zodra een bouwwerk af is, is het klaar. Je hebt zijwieltjes nodig om de kennis neer te zetten. In een sector die enorm is versnipperd en waarin we te maken hebben met een diversiteit aan opdrachtgevers en opdrachtnemers. Als zij het niet eens zijn over welke ontwikkelingen er nodig zijn, dan wordt het moeilijk. Kennisdeling is voor mij investeren in de toekomst en die versnippering maakt het ingewikkeld. Wanneer je wilt opschalen, is werken volgens dezelfde standaarden, handleidingen en instrumenten geen overbodige luxe. Het verspreiden van kennis is essentieel.’ ‘Wanneer je kijkt naar het huidige kennislandschap zie je dat er gewerkt wordt vanuit het ontwikkelen van procedures: wat is het proces, hoe gaan we het aanpakken, welke richtlijnen horen hierbij en dan passen we ze in de activiteit toe. Deze ontwikkeling is een lang proces. De kennisinfrastructuur heeft versnelling nodig. Wat je dan eigenlijk nodig hebt is vanuit de activiteit zelf procesaanpassingen doorvoeren.’
SPIN IN HET WEB
‘Voor de verandering van de kennisinfrastructuur zijn meerdere scenario’s te bedenken. Het huidige scenario waarbij we partijen bij elkaar brengen biedt niet per definitie de oplossing. Want waarom zou samenwerking in het verleden niet werken en nu wél positief uitpakken? We leven in een tijd waarin businessmodellen aan het veranderen zijn. Onze kennisinstituten zijn gestoeld op oude modellen waarin ze hun eigen broek op moesten houden door richtlijnen te verkopen. Pas als we deze businessmodellen aanpassen wordt samenwerking mogelijk. Een ander scenario schetst een blanco veld waarin we loslaten wat we nu hebben en alleen toevoegen wat écht nodig is. Bij het feniksmodel vallen instituten weg en kom je vanzelf tot de conclusie welke kennis wél en welke kennis niet gemist wordt. Het scenario waar ik zelf het meeste perspectief in zie is een verbinder van lokale en regionale initiatieven op het gebied van vernieuwing en innovatie. Het omarmen van de enorme hoeveelheid initiatieven die er nu zijn, oftewel, een spin in het web.’
DE BOUWAGENDA
‘Ook de Bouwagenda, die vanuit De Bouwcampus werkt, buigt zich over de vraag hoe de kennisinfrastructuur georganiseerd kan worden. Deze Bouwagenda is ontwikkeld om een kwaliteits- en een schaalsprong te maken en zo de toekomstbestendigheid van Nederland te borgen. Het belang van onze kennisinfrastructuur wordt dus op alle fronten gezien!’
Tekst: Majorie Jans