Deel deze spotlight

Kennisinstituten: rollen worden anders

Tekst
BeeldSTABU

Programmamanager BIM UNETO-VNI Jan Al over de toegevoegde waarde van zijn organisatie voor de sector en over (mogelijke) samenwerkingen met/tussen de verschillende branchepartijen.

‘Ik ben inmiddels twee jaar vicevoorzitter van het STABU bestuur. Het is een uitdaging om goede antwoorden op veranderingen te vinden. De tijd dat je alleen kunt bedenken wat de oplossing moet zijn is voorbij. Ook STABU heeft daar last van. STABU heeft als besteksgeweten voor de branche altijd de oplossing aangedragen. Bouwbreed is bedacht als de totaaloplossing voor de nieuwe wereld, maar volledige acceptatie vereist reparatie aan beeldvorming. Dat wordt een inspirerende ontwikkeling. Er zijn maar weinig mensen die het overzicht hebben.’

DÉ KANS VERSUS MISMATCH
‘Tachtig procent van de markt maakt nog gebruik van STABU2. Terwijl Bouwbreed het perfecte middel is bij nieuwbouw. Het is dé kans om het op een volkomen nieuwe manier te doen zonder gehinderd te worden door bestaande situaties. STABU heeft met hele goede bedoelingen vooruit gedacht om het gemakkelijker te maken voor de nieuwe manieren van aanbesteden en werken in de bouw. We hebben echter niet in de gaten gehad hoever de praktijk al is in deze nieuwe manier van werken. We hebben verzaakt een goede verbinding te maken met de markt. We hadden niet helder waar al die bedrijven mee bezig zijn en wat dat betekent voor de inrichting van de nieuwe systematiek. Begin dit jaar zijn we de dialoog met de praktijk intensief aangegaan, heel leerzaam maar niet zonder verplichtingen om daar dan ook verbinding te gaan maken.’

VAN CREATIEF OP DE BOUWPLAATS NAAR DIGITAAL MODELLEREN
‘Bouwers en installateurs zijn gewend om in het werk zelf zaken aan te passen. Die vaardigheid hebben we ook. Bovendien kunnen onze mensen daar hun creativiteit in kwijt. In de nieuwe tijd modelleren we echter digitaal. En na productie past alles tot op de millimeter. De technologie om goed te produceren is dan enorm verfijnd. Dat is de kunst die we met zijn allen gaan neerzetten, zodat we efficiënt werken in zowel het voortraject, tijdens het bouwen en in de exploitatiefase.

‘Binnen UNETO-VNI werk ik als programmamanager aan digitalisatie en BIM. Twee mooie begrippen, holistisch bijna. En gemakkelijk, want iedereen is het ermee eens dat we moeten digitaliseren en bimmen. Maar de weg ernaartoe is weerbarstig. Nog niet zo lang geleden hebben we vanuit UNETO-VNI een scheiding gemaakt tussen BIM en het Product Informatie Managementsysteem, kortweg PIM. PIM is minder complex, maar niet minder noodzakelijk. Een BIM-model bevat vaak nog te weinig details. Terwijl die technische gegevens onmisbaar zijn. Anders gezegd: er zit niet voldoende PIM in BIM. We doen ons best om die twee werelden op elkaar aan te sluiten. BIM slaat goed aan in de installatiebranche. En dat is niet voor niets. De installateur is het gewend om in detail te werken en gebruik te maken van allerlei informatie. Het verschil met vroeger: toen had een servicemonteur alles in zijn hoofd zitten, dat is tegenwoordig onmogelijk.’

'Ik probeer de discussie te voeren op basis van kennis, standaarden en content. We hebben in de technische wereld behoefte aan betrouwbare kennis'. Jan Al

BETROUWBARE KENNIS
‘BuildingSMART, de partij die wereldwijd de toepassing van open BIM-standaarden bevordert, heeft ETIM erkend als een wereldwijde standaard voor PIM. Dat betekent dat men deze werelden op elkaar wil laten aansluiten. STABU zit in beide werelden. De stichting komt alleen uit een tijd waarin het hanteren van eigen standaarden geen enkel probleem was. Het is een uitdaging om een weg te vinden in deze grote wereld waar internationale standaarden domineren.’

‘Ik probeer de discussie te voeren op basis van kennis, standaarden en content. We hebben in de technische wereld behoefte aan betrouwbare kennis. Wat betrouwbare kennis typeert? Neem Wikipedia. Een intelligent samengesteld systeem om redelijk betrouwbare kennis te genereren. Fouten worden binnen 24 uur gecorrigeerd door partijen in het netwerk. Het is mijn droom om dat te bereiken in de bouwsector. Kennis is namelijk overal aanwezig. Het gaat niet langer om het bezit van kennis, maar om het delen van deze kennis. Je bent het dus niet langer aan het bedenken, je moet kennis faciliteren, ervoor zorgen dat mensen met de kennis kunnen werken. Neem ISSO. Dit kennisinstituut in de installatiebranche is goed in staat kennis op te halen. Dat doen ze met een bepaalde gretigheid. ISSO heeft zich in de rol gezet om in teamverband te zoeken naar kennis en dit zodanig aan te bieden dat omringende instituten er graag gebruik van maken. ISSO zoekt verbinding met de wereld waar het gebeurt, met de praktijk. UNETO-VNI is blij met deze ontwikkeling. Het resulteert in goede samenwerkingen zoals bijvoorbeeld tussen STABU (als kennisinstituut), 2BA (content) en ETIM (standaarden) om PIM in lijn te brengen.’

‘De hoofduitvoerder van een bouwwerk is doorgaans een bouwer. Je kunt de vraag stellen of dat bij bepaalde bouwwerken nog logisch is. Neem de bouw van een tunnel. De installaties zijn belangrijker dan de buis zelf. Hier ontstaat een nieuwe orde. De installateur moet op een ander niveau aan tafel gaan zitten. Dat is wennen. Met de technische kennis en vaardigheden zit het wel goed, maar voor het leiden van een project zijn meer competenties nodig. Die ontwikkeling is nu gaande.’

BENUTTEN VAN VOORDELEN
‘Marc Verhage focust op samenwerking. Hij praat bijvoorbeeld heel nadrukkelijk met Rob van Bergen van ISSO met als doel van elkaar te leren. Ik geloof heilig in de kwaliteiten van de instituten en dat ze elkaar kunnen versterken. Dat betekent echter wel dat je verschillen in werkwijzen en standaarden op elkaar aan moet sluiten. Daarbij moeten we niet meteen gaan praten over fusies. Nee, dat pas in de allerlaatste fase. Zorg er eerst voor dat de manier van werken en het omgaan met informatie op elkaar wordt afgestemd zodat het voor de gebruiker gemakkelijker wordt. Daar wordt de markt gelukkig van.’

'Dubbelingen moeten eruit en er moet aansluiting gevonden.' Jan Al

BESTAANSRECHT
‘Of er instituten zijn die geen bestaansrecht meer hebben? Een lastige vraag. Er zit veel waarde in onze kennisinstituten. We moeten nadenken over hoe we die waarde gaan herschikken. Dubbelingen moeten eruit en er moet aansluiting gevonden worden. Net als bij BIM en PIM. Kijk naar de discussie tussen STABU en 2BA. Hierdoor zie je de kracht van beide partijen en wijzigen de rollen waardoor we voordelen kunnen gaan benutten. Is daarmee een instituut overbodig geworden? Wat mij betreft niet. We moeten ze herschikken langs dezelfde lijn van kennis, standaarden en content en daarnaast denken in de wereld van BIM en PIM. Het zijn de bouwers en installateurs die BIM en PIM moeten verbinden. Ik oefen derhalve flink wat invloed uit binnen de instituten waar ik als bestuurder actief ben.’

Gepubliceerd op5 oktober 2017 om 11:38