Legionellabestrijding vraagt om maatregelen
Legionellabesmetting is een ernstig probleem voor alle niet-huishoudelijke gebouwen. Nederland, België, Frankrijk, Duitsland, het Verenigd Koninkrijk,… elk land kamt met deze uitdaging en heeft een eigen regelgeving opgesteld. We zien echter wel steeds een gemeenschappelijke basis, die ook in Nederland is terug te vinden.
Legionella – Publieke vijand nummer één?
De legionellabacterie veroorzaakt de veteranenziekte, een luchtweginfectie die zware rokers, mensen met chronische ademhalingsproblemen en mensen met een verzwakt immuunsysteem treft. De bacterie komt van nature voor in water en ontwikkelt zich daar waar stilstaand water en een bron van voedingsstoffen aanwezig is, bijvoorbeeld biofilm in leidingen of verroeste wateropslagtanks. De bacterie vermenigvuldigt zich bij temperaturen van 20-45°C en kan bij inademing in aërosolvorm schadelijk zijn.
Campings, scholen, sportinfrastructuur … elk gebouw dat publiek toegankelijk is, moet ervoor zorgen dat de gebruikers geen risico lopen op besmetting met deze legionellabacterie. Het is dan ook verplicht de bacteriologische kwaliteit van het water in het net te controleren, door regelmatig monsters af te nemen en analyses uit te voeren. Wanneer waarden van /> 100 Kolonie Vormende Eenheden per liter (KVE/L) worden gemeten dienen er bijkomende tests te worden uitgevoerd. Curatieve maatregelen worden opgestart vanaf 1.000 KVE/L.
Grotere commerciële gebouwen hebben vaak facilitaire teams om het risico te beheersen, maar in kleinere gebouwen ligt de verantwoordelijkheid bij de eigenaren. Op hun beurt vertrouwen zij op lokale expertise om ervoor te zorgen dat hun watersysteem voldoet aan de Drinkwaterwet. De oplossingen zijn eenvoudig: voorkomen dat het water temperaturen bereikt waarbij bacteriën zich vermenigvuldigen en waterstagnatie in de installatie beperken.
Some like it hot
Een goed voorbeeld zijn de douches in sporthallen, die alleen gebruikt worden voor midweektraining en thuiswedstrijden in het weekend. Warm water wordt geproduceerd en opgeslagen tot het moment dat dit nodig is. De Algemene voorschriften voor leidingwaterinstallaties (NEN 1006) stelt dat warm water dient geproduceerd te worden aan maximaal 70°C, met een temperatuur van het circulatiewater van 60°C. Bij deze temperatuur sterft 90% van de bacteriën binnen 2 minuten. Als de temperatuur onder deze richtlijn daalt, neemt het risico van bacteriegroei toe.
Complexe systemen en lange buisleidingen leiden tot temperatuurdalingen en verhogen het risico op besmetting. Om dit risico te beperken, moet de lengte van uittapleidingen tot een minimum worden beperkt (maximaal 5 meter of 1 liter inhoud). Isolatie van de leidingen voorkomt warmteverlies en, waar koud- en warmwaterleidingen naast elkaar lopen, zal de isolatie de warmteoverdracht tegenhouden, waardoor wordt voorkomen dat de temperatuur van het koud water stijgt tot boven de 20°C en de legionellabacteriën niet langer inactief zijn.
Too hot to handle
Zonder de nodige maatregelen, leidt de productie en opslag van warm water van 60°C en hoger tot een verhoogd risico op brandwonden. Een kind dat wordt blootgesteld aan heet water van 60°C krijgt binnen 2 seconden (5 seconden voor volwassenen) derdegraads brandwonden. Om dit risico te elimineren, is het aanbevolen warm water te mengen tot een veilige temperatuur met behulp van een thermostatische mengautomaat. Zo biedt een centrale thermostaat de bouwheer de mogelijkheid de voorgeschreven temperaturen in het net aan te houden en de veiligheid van de gebruikers te verzekeren. De thermostaat dient een antiverbrandingsveiligheid te hebben die verzekert dat het warm water automatisch en onmiddellijk wordt afgesloten als het koud water uitvalt en omgekeerd.
Het voorkomen van brandwonden kan eveneens voorzien worden aan het gebruikspunt, dankzij thermostatische mengkranen en douchepanelen. De installatie van kranen en douches met een maximumtemperatuurbegrenzer zorgt voor een veilige temperatuur van het mengwater, mits gebruikers de begrenzing niet kunnen omzeilen. En door het kraanlichaam en de warmwatertoevoer thermisch te isoleren, wordt elk risico op brandwonden door het aanraken van de kraan eveneens uitgesloten.
Met de stroom meegaan
Wanneer een sanitaire installatie gedurende een langere periode niet wordt gebruikt, kan waterstagnatie optreden. Bijvoorbeeld tijdens de schoolvakanties of buiten het seizoen van een camping bestaat er een verhoogd risico dat de legionellabacterie zich ontwikkelt, doordat kranen en douches niet regelmatig worden gebruikt. De NEN1006-richtlijnen bevelen onder bepaalde omstandigheden aan het systeem één keer per week te spoelen. Handmatig spoelen is echter arbeidsintensief en kostbaar, vooral bij grotere installaties. Elektronische kranen bieden een eenvoudige oplossing voor aftappunten met een lage gebruiksgraad. Elke 24 uur na het laatste gebruik wordt namelijk een automatische spoeling van 60 seconden geactiveerd.
Bovendien is het mogelijk om één elektronische kraan aan het einde van een uittapleiding te installeren zonder dat er in het hele systeem op elektronische besturing wordt overgeschakeld. Batterij bediende kranen en douches zijn eenvoudig te installeren en zullen automatisch het net spoelen. Omdat de elektronische besturing, magneetventiel en batterij in het kraanhuis of douchepaneel zijn geïntegreerd, worden de PEX-flexibele slangen eenvoudig op de watertoevoer aangesloten. Ook het onderhoud is eenvoudig, omdat het magneetventiel en de batterij eenvoudig kunnen worden vervangen zonder de watertoevoer uit te schakelen.
Het risico op legionellabesmetting verminderen in publieke gebouwen brengt specifieke uitdagingen met zich mee voor de veiligheid van de gebruiker en voor het systeemontwerp. Door de risico's te begrijpen en producten te installeren die specifiek zijn ontwikkeld om deze uitdagingen aan te gaan, kan het risico op besmetting en verbranding gemakkelijk worden overwonnen.
Tekst | Fotografie: Delabie