Met regels voorkomen we rare praktijken
Het Expertisecentrum Regelgeving Bouw (ERB) is een onafhankelijk expertisecentrum dat markt en overheid ondersteunt bij het interpreteren en toepassen van de bouwregelgeving. Met haar fundamentele en gedetailleerde kennis van zowel de bouwregelgeving als de bouwkunde tracht het ERB een coherente bijdrage te leveren aan een betere interpretatie, toepassing en ontwikkeling van de bouwregelgeving.
DR. IR. NICO SCHOLTEN is als expert aangesloten bij het ERB: ‘We hebben als ERB stevige kritiek op het nieuwe Bouwbesluit ofwel Besluit bouwwerken leefomgeving. Die is bij de internet consultatie ook ingebracht. In het Bbl worden een aantal technische besluiten samengevoegd tot een nieuw besluit. Dat levert gegarandeerd complicaties op. Want welk voorschrift hoort bij welk wettelijk kader? Door die samenvoeging wordt het hoogst onduidelijk. Daarbovenop keert men in de Bbl de volgorde van de presentatie van de voorschriften totaal om. De eisen voor bestaande gebouwen staan centraal, de eisen voor nieuwbouw komen daar achteraan. Dat is op zichzelf een miskenning van de systematiek die aan het huidige Bouwbesluit ten grondslag ligt. Nieuwbouw is de basis, de ondergrens waaraan je moet voldoen om een vergunning te krijgen waarbij die voorschriften een bescherming voor de burger zouden moeten inhouden als ondergrens voor veiligheid, gezondheid, bruikbaarheid, energiezuinigheid en milieu. Wanneer je het minimum zo drastisch verlaagt zoals het Bbl dat doet, lopen we straks het risico dat het aan de onderkant van de markt mis gaat en juist dat deel heeft bescherming nodig. Je mag straks een huis bouwen zonder sanitair. Dat gaat in het luxe segment natuurlijk niet gebeuren, maar aan de onderkant van de markt zou dat zomaar wél realiteit kunnen worden. Een gemeente kan daar dan niet meer tegen optreden.’
‘WANNEER JE HET MINIMUM ZO DRASTISCH VERLAAGT ZOALS HET BBL DAT DOET, LOPEN WE STRAKS HET RISICO DAT HET AAN DE ONDERKANT VAN DE MARKT MIS GAAT EN JUIST DAT DEEL HEEFT BESCHERMING NODIG’
TERUG BIJ AF
‘Alleen de Tweede Kamer kan deze ontwikkeling nog tegenhouden. Er hebben 350 partijen, waaronder het ERB, gereageerd op het voorontwerp en er zijn stevige Kamervragen gesteld. En we blijven druk op de politiek uitoefenen om hier niet mee in te stemmen. Waarom het Bbl in het leven geroepen is? Vanwege deregulering. Men wil politiek minder regels. In mijn ogen echter betekent het hebben van duidelijke regels juist dat je niet meer hoeft te discussiëren en dat is de deregulering waar de markt behoefte aan heeft en dat is totaal iets anders dan schrappen van regels. Iedereen heeft al moeite om het huidige Bouwbesluit 2012 correct te lezen. Men vraagt om verduidelijking en als antwoord daarop komt men met een totale systeemwijziging. We zijn dus weer terug bij af.’
‘WE MOETEN ECHT VAN DIE KORTZICHTIGE KORTE TERMIJNIDEEËN AF!’
‘Een tweede element wat ik graag wil aanhalen is het verbouwniveau. Sinds 1 april 2012 zijn de gewijzigde verbouwvoorschriften van Bouwbesluit 2012 van kracht. Deze wijziging is doorgevoerd om verbouwen goedkoper te maken. Er is geen enkele maatschappelijke discussie over gevoerd wat desastreuze gevolgen heeft. In beginsel worden er geen hogere eisen gesteld dan er in het verleden voor het gebouw hebben gegolden. Simpel gezegd is de bovengrens het nieuwbouwniveau en de ondergrens het afkeurniveau. Een voorbeeld: neem een kantoorpand uit 1970 dat in tijd van woningschaarste wordt verbouwd tot een wooncomplex. Het geluidsniveau moet voldoen aan de eisen die golden ten tijde van de bouw, maar toen was het geen woongebouw. Er is dus geen rechtens verkregen niveau en dan gelden voor de verbouwing de eisen van het afkeurniveau. Omdat die eisen er vroeger niet waren kent het afkeurniveau geen eisen. Het resultaat: bij transformatie van kantoorgebouwnaar woongebouw krijgen we woningen zonder geluidsisolatie. En dan hebben we het nog niet over brandveiligheid en andere veiligheidsaspecten. Maar goed, je voldoet aan de regels en krijgt dus de vergunning. Deze weeffout leidt tot apert onveilige situaties. En gemeentes kunnen niet optreden, want ze moeten de vergunning verlenen. Deze voorschriften komen straks ongewijzigd in de Bbl. De eindgebruiker wordt geconfronteerd met heel lage kwaliteit. De minister denkt dat de markt het wel regelt, maar dat werkt bij deze verbouwvoorschriften al niet, dus ik vrees voor de gevolgen met Bbl.’
DEREGULEREN
‘Bouwen we voor de korte of voor de lange termijn? We moeten echt van die kortzichtige korte termijn-ideeën af. Bij het maken van het oorspronkelijke Bouwbesluit hebben we allerlei zaken zorgvuldig afgewogen en onze focus gelegd op de lange termijn. Dat gebeurt nu niet meer. Zolang er regels zijn, houdt de bouw zich eraan. Vallen de regels weg, dan krijg je rare praktijken. Even terug naar 2003. Toen werd het mogelijk woningen zonder buitenberging en flats zonder balkon op te leveren. Men dacht dat het zo’n vaart niet zou lopen, maar er werden bij bosjes woningen zonder buitenberging geproduceerd. Er stond dus van alles op straat. Letterlijk. Het voorschrift is in 2012 gelukkig weer ingevoerd en wat blijkt: het wordt in de Bbl wederom afgeschaft! Dereguleren zorgt in deze situatie voor een ontzettende rotzooi. Het leidt tot het faillissement van de kwaliteit van de gebouwde omgeving.’
OMGEVINGSWET
‘Bouwbesluit 2003 zat vol oneffenheden. Ik heb, als medebedenker van het oorspronkelijke Bouwbesluit, 38 kantjes volgeschreven met aanpassingen waarvan slechts 10% als correctie geïmplementeerd werd. Het bracht TNO ertoe een schaduw-Bouwbesluit te introduceren. De geschiedenis herhaalde zich in 2011-2012. Het memorandum dat ik naar de minister van WVS stuurde om ze behoeden voor enorme kosten die de voornemens van Bouwbesluit 2012 tot gevolg hadden voor alle gebouwen in de zorg heeft tot forse wijzigingen geleid. De nieuwe Omgevingswet, een constructie waarin we 23 wetten vereenvoudigen tot één nieuwe wet, daar gaat als de voornemens werkelijkheid worden enorm veel kwaliteit mee verloren. Het betekent dat iedereen weer van voor af aan kan beginnen. Willen we dat? Wat mij betreft pertinent niet.’