ROC DE FRIESE POORT, DRACHTEN

Het architectonisch concept van Zorg en Welzijn is gebaseerd op het karakter van de opleidingen en de studenten, vertelt het bureau. Zowel in exterieur als interieur is verbinding het centrale thema. Het gebouw maakt de bewegingen van dragen en beschermen, van het toesteken van een helpende hand, aldus DP6.

Het gebouw kent een splitlevel-opbouw, met een atrium als hart. Deze ruimte verbindt de zogeheten onderwijsteams met elkaar, die ieder een eigen plek rond het atrium hebben. Door de vloeren aan weerszijden van het atrium een halve verdieping te laten verspringen houden de teams zicht op elkaar en is het gemakkelijk ‘oversteken’.

Aan de buitenzijde wordt het gevouwen ritme van de gevel afgewisseld met houten gevelbekleding. Binnen is het atrium gematerialiseerd in larikshout en bamboe. “Door de toepassing van hout ontstaat er binnen een warme atmosfeer die zorgt voor een kleinschalige, intieme sfeer zoals die ook in het oude gebouw van Zorg en Welzijn te vinden was”, zegt projectarchitect Richelle de Jong. Het gevouwen ritme is voorzien van Strikotherm gevelisolatiesysteem COMFORT, met als afwerking Strikotherm Schuurpleister Silicaat 0,5mm in twee kleuren.

Gebouwschil geminimaliseerd

Het ontwerp- en bouwproces is vanaf het eerste schetsontwerp ingericht volgens de eisen van BREEAM-NL Excellent. Zo is de gebouwschil geminimaliseerd en zeer goed geïsoleerd en zijn de gevelindelingen zo geoptimaliseerd dat daglicht grotendeels de kunstverlichting vervangt.

De vide zorgt voor een grote hoeveelheid natuurlijke lichtinval in het hart van het gebouw. Het gebouw voor Zorg en Welzijn wordt duurzaam verwarmd en gekoeld via een warmte- en koudeopslagsysteem in de bodem.

Er wordt onder andere gebruik gemaakt van LED-lampen, daglichtafhankelijke verlichting en CO2-sturing van de ventilatie om het energieverbruik te beperken. PV-panelen worden op het dak ingezet om het gebouw van electriciteit voorzien. Er is een EPG-score behaald die 63 procent lager is dan het Bouwbesluit vereist.

Natuurlijke habitat

Het gebouw is samen met de campus ontworpen en speelt in op de natuurlijke habitat. Inheemse plant- en diersoorten hebben een plek gekregen; zo biedt het gebouw nestelmogelijkheden voor gierzwaluwen en vleermuizen. De verwevenheid met het landschap is verder onder meer te zien in de gevels, die de glooiingen van het campusterrein weerspiegelen.

De overgang van buiten naar binnen is geleidelijk door de overstekken van de gevel en de trappartij die naar de entree leidt. Ook het atrium legt de verbinding tussen binnen en buiten, tussen opleiding en campus, ingebed in de glooiingen van de grasheuvels.