Samenwerking gemeente en kwaliteitsborger onmisbaar onder Wkb
Een interview met Jennemieke Kleijwegt, voorzitter van VBWTN en Jeroen Stephan van Bouwplantoetsers Nederland. Onderwerp: de cruciale samenwerking tussen de kwaliteitsborger en de gemeente onder de Wkb. Dit is het vervolg op het artikel met Martijn P. Tummers van de Toelatingsorganisatie Kwaliteitsborging Bouw. Hij droeg het stokje over op Jennemieke en Jeroen in de reeks over het stelsel van kwaliteitsborging.
Nu de Wkb, is ingegaan, zijn we benieuwd naar het reilen en zeilen van het stelsel van kwaliteitsborging. Belangrijke spelers in dit stelsel zijn de kwaliteitsborger, de instrumentaanbieder, de gemeente en de Toelatingsorganisatie Kwaliteitsborging Bouw, kortweg TloKB. We spraken eerder al met Martijn Tummers van de TloKB en vroegen hem aan wie hij het stokje wilde overdragen voor een volgend artikel. Hij antwoordde met stelligheid: “Ik zou het stokje heel graag overdragen aan een duo: een kwaliteitsborger en een vertegenwoordiger van Bouw- en Woningtoezicht, of bijvoorbeeld de nieuwe voorzitter van VBWTN. De samenwerking tussen de kwaliteitsborger en de gemeente is cruciaal voor het nieuwe stelsel.“ We zochten contact met Jennemieke Kleijwegt, voorzitter van de VBWTN en Jeroen Stephan van Bouwplantoetsers Nederland om deze samenwerking nader te onderzoeken.
We zijn benieuwd met wie we spreken. Jennemieke Kleijwegt is geen nieuwkomer. Gemeenten zijn al dertig jaar haar werkterrein. “Ik begon in het sociale domein en daarna ben ik overgestapt naar Toezicht en Handhaving. Sinds dertien jaar werk ik bij de gemeente Utrecht, waar ik sinds een jaar directeur Vergunningen, Toezicht en Handhaving ben.”
Jeroen Stephan is een van de twee eigenaren van Bouwplantoetsers Nederland. Hij is in hart en nieren een kwaliteitsborger en dat al vanaf het begin van de ontwikkelingen rondom de Wkb. “Wij zijn al sinds 2014 gecertificeerd voor de BRL 5019 ‘Kwaliteitsborging voor het bouwen’. Onze overtuiging is dat we met z’n allen moeten werken aan goede kwaliteit van gebouwen. Nu dus onder de regelgeving van de Wkb.”
Bouwen onder de Wkb doorloopt een vast stappenplan. Ieder heeft zijn eigen rol.
“De taken van de gemeenten rondom bouw zijn veranderd”, constateert Jennemieke. “Wij toetsen niet meer op de bouwtechnische eisen van een bouwplan. Wel geven wij een omgevingsvergunning af. In Wkb-termen wordt deze wijziging ook wel de knip genoemd. Wanneer wij een omgevingsplanvergunning toekennen, kunnen wij ook informatie over de lokale omstandigheden en risico’s aanleveren. We beoordelen of de bouwmelding volledig is. Als de opdrachtgever vier weken na de melding geen bericht heeft gehad kan de bouw starten. Bij oplevering geven wij het bouwwerk al dan niet vrij voor gebruik.
Tijdens de bouw zelf hebben wij geen actieve rol, tenzij wij een seintje krijgen van de kwaliteitsborger dat er risico’s voor de bouwkwaliteit optreden. Allerlei omgevingsfactoren zoals bereikbaarheid van de locatie, veiligheid, parkeren en afzetten het bouwterrein vallen niet onder de Wkb, maar we houden er wel toezicht op.”
Jeroen kan kort zijn: “Wij zien het als onze taak om met alle betrokken partijen ervoor te zorgen dat er een gerealiseerd bouwwerk aantoonbaar aan de bouwwetgeving voldoet. Dat leggen we tijdens dat bouwproces zorgvuldig vast. Daarbij zijn de bouwtechnische regels en de wet leidend.”